Skip naar content

Impacttool

Wie bekend is met Erasmus+ zal het begrip impact bekend in de oren klinken. Maar het is een term die veel vragen oproept. Wat betekent dit nou precies voor jouw project? Hoe zorg je ervoor dat een project een zo groot mogelijke impact heeft? We helpen je graag op weg.

info

! IMPACT (Desired impact)

De grotere en bredere (sociale) veranderingen die ook plaatsvinden door andere actoren en factoren.

  • Je hebt deze verandering geanalyseerd en het project zo ontworpen dat het aan deze verandering zal bijdragen.
  • Je kunt dit niet meten. Het project heeft hier slechts een kleine invloed op.
  • Voorbeelden in KA1: de verbinding tussen jongeren en de arbeidsmarkt verbeteren.
Read more

+ OUTCOME (Expected impact)

De (kleinere) veranderingen die je wilt bereiken wanneer je de activiteiten hebt uitgevoerd.

Veranderingen die ‘blijven’:

  • De effecten van het project, de output leidt tot deze verandering.
  • Deze veranderingen zijn duurzaam; de veranderingen blijven bestaan nadat het project is afgelopen.
  • Deze veranderingen worden onmiddellijk tot 6 maanden na het project zichtbaar.
  • Naar verwachting zal de expected impact bijdragen aan de desired impact.
  • Voorbeelden in KA1: veranderingen in de kwaliteit van lesgeven, gedrag, motivatie, vaardigheden, etc.
Read more

= OUTPUT

De producten die rechtstreeks voortvloeien uit de activiteiten:

  • Voor output worden veel verschillende termen gebruikt. Output wordt ook wel deliverable genoemd, en soms worden outputs geïdentificeerd als een mijlpaal van het project.
  • Outputs bevatten vaak concrete resultaten die worden vermeld in de omvang van het werk of werkplan, bijvoorbeeld aantal mobiliteiten, gehouden evenementen, ontwikkelde producten, berichten gecommuniceerd (ondersteund door presentielijsten, rapporten, actuele producten, enz.). We beschouwen deze concrete resultaten niet als veranderingen.
  • Alle outputs samen moet leiden tot de expected impact.
  • Voorbeelden in KA1: personeelsmobiliteit gericht op nieuwe onderwijstechnieken voor inclusief onderwijs; samenwerking met de kunstacademie van Madrid is gevestigd.
Read more

> ACTIVITIES

Welke activiteiten binnen het project worden gedaan gedurende de projectperiode?

  • Je ontwerpt activiteiten die leiden naar de output en dus resultaten die je graag zou willen zien.
  • Dit betekent dat de selectiecriteria, soort partners, begeleiding worden bepaald GEBASEERD op de verwachte resultaten.
Read more

... INPUT

Alle middelen die nodig zijn om het project te laten werken:

Financiering, personeelstijd en expertise die je nodig hebt om de activiteiten te implementeren.

Read more

Kies hier vanuit welk segment u de tool gebruikt.

MOBILITEIT

PARTNERSCHAPPEN

Als we het hebben over mobiliteit binnen Erasmus+, bedoelen we het opdoen van ervaring in het buitenland. Dit proces kan bijvoorbeeld bestaan uit het vergroten van uw kennis en vaardigheden of het leren kennen van nieuwe culturen. Deze mobiliteit geldt voor studenten, medewerkers, jongeren en jongerenwerkers.

Samenwerken, kennis delen, innoveren: deze doelstellingen zijn allemaal mogelijk binnen de internationale partnerschappen. U kunt samen nieuwe inzichten ontwikkelen of best practices uitwisselen. Samenwerking tussen scholen of andere Europese organisaties is mogelijk. Voor de onderwijs- en jeugdsector.

Het is belangrijk dat de projecten van Erasmus+ zoveel mogelijk effect hebben en zo goed mogelijk slagen. Daarom besteedt het Nationaal Agentschap Erasmus+ veel aandacht aan wat we impact noemen. Daarmee doelen we op de verandering die mede dankzij een project wordt bereikt – voor een individu, voor een organisatie en voor de maatschappij.

Om je bij dit proces te helpen, hebben wij de Impacttool ontwikkeld. Deze helpt jou:

  • Na te denken over de beoogde verandering en het design van het project.
  • Checken of jullie voldoende vertrouwen hebben in de voorgestelde interventies.
  • Na te denken op welke momenten in het project jullie de voortgang kunnen monitoren en/of bijsturen.

 

Voordat je met de Impacttool aan de slag gaat: houd er rekening mee dat in projectplanning vaak verschillende termen worden gebruikt voor dezelfde zaken. Omdat ook binnen de officiële Erasmus+ Programmagids verschuivingen optreden, hebben we alvast een vergelijkende tabel voor je opgesteld:

IMPACTTOOL

PROGRAMMAGIDS 

ALTERNATIEVE TERMEN

impact desired impact goal, overall objective, general objective  outcome expected impact specific objective, project purpose, strategic objective  output output, deliverable, milestone results, intermediate results  activities activities activities input input recources

 

Heb je vragen over de Impacttool? Neem dan contact met ons op, we staan altijd voor je klaar.

IMPACT  !  gewenste impact met indirecte invloed

Aan welke fundamentele verandering wil je bijdragen?

Verandering op de (langere) termijn, zoals:

  • Actief burgerschap
  • Meer gelijke kansen
  • Verbeterde inzetbaarheid op de arbeidsmarkt
  • Betere economische ontwikkeling
  • Verbeterd onderzoek

 

Hier start je de discussie over jouw project. Bedenk hoe de toekomst voor jouw doelgroep er uit ziet, wat zij over ongeveer 5 jaar bereikt hebben en wat jouw project gaat bijdragen. Voer deze discussie met mensen die betrokken zijn bij jouw project. Dit zijn mensen van diverse pluimage, denk aan jongerenwerkers, maatschappelijk werkers, directie, docenten, opleidingsmanagers. Het belangrijkst is natuurlijk de doelgroep zelf, dus studenten, scholieren en jongeren. Deze discussie legt de basis voor latere beslissingen in wat je moet doen met wie voor een zo een groot mogelijke impact.

Impact is een brede sociaal maatschappelijke verandering natuurlijk bereik je deze gewenste verandering niet alleen met jullie eigen project. Er zijn veel meer factoren waar jullie project geen directe invloed op heeft, bijvoorbeeld de directe leefomgeving van de doelgroep. Om de resultaten van jouw project zo goed mogelijk te laten zijn is het belangrijk dat je niet voor jouw doelgroep denkt. Betrek hen zoveel mogelijk en laat hen meedenken en meebeslissen over het ontwerp en de uitvoering. Op deze manier sluit jouw project zo goed mogelijk aan bij hun behoeften en is jouw relevantie zo groot mogelijk. 

REFLECTIEVRAGEN

Laat je projectidee even los. Bevraag jezelf kritisch.

  • Wie zijn precies de begunstigden of is de doelgroep van je project? 
  • Welke andere stakeholders zijn betrokken, hoe zien zij de doelgroep? 
  • Tot welke bredere verandering zal het gebruik van de resultaten van het project leiden? Beschrijf deze ontwikkeling in termen van waarneembare veranderingen? (Wat is het dat je eigenlijk kunt zien?)
  • Wat is de rol van je organisatie in het realiseren van verandering voor je doelgroep, valt dit binnen het mandaat van je organisatie? 
  • Hoe helpt een mobiliteitsproject Erasmus+ je die verandering te realiseren?
  • Aan welke (grotere) ontwikkeling of verandering voor je doelgroep wil je bijdragen? Denk daarbij aan verandering op verschillende niveaus: studenten/leerlingen, docentniveau, organisatieniveau en ook buiten de organisatie.

 

AANVRAAGFORMULIER

De informatie die je hier verzamelt kan interessant zijn voor de volgende delen van het aanvraagformulier:

  • Waarom wil je dit project uitvoeren?
  • Wat zijn de doelstellingen?
  • Hoe verhoudt het zich tot de doelstellingen van het programma Erasmus+ en deze specifieke actielijn?
  • Wat zijn de vraagstukken en behoeften die je met dit project wilt aanpakken?

DOORVERWIJZINGEN

In deze fase verdiep je je vooral in de context, tools die je kunt gebruiken.

OPDRACHT

Het is een paar jaar na het project. Trots en tevreden kijken jullie terug op de mobiliteitsprojecten. Het heeft absoluut bijgedragen aan de positieve verandering die je nu ziet.

  • Schrijf in maximaal 20 woorden de nalatenschap. Red je het niet in 20 woorden, denk dan nog eens goed na wat je écht wilt bereiken met dit project.
  • Begin met: Mede door ons project…
  • Beschrijf dit in termen van VERANDERING en voor WIE die verandering geldt.

OUTCOME  +   verwachte impact onder directe invloed

Wat is jouw projectbijdrage aan deze verandering? 

Verandering in bijvoorbeeld:

  • Benutting van nieuwe vaardigheden, kennis en gedrag.
  • Verbeterd zelfvertrouwen, grotere zelfstandigheid.
  • Actieve samenwerking met stakeholders in onderwijs/jeugdwerk.

 

Kijk naar de ‘droom’ bij impact. Om deze droom te bereiken moet je met het project een verandering bij de doelgroep bereiken.

REFLECTIEVRAGEN

  • Wat moet er veranderen om deze grotere 'impactdroom' te realiseren? 
  • Welke verandering/effect bij je doelgroep, binnen je organisatie of bij andere organisaties moet je bereiken om bij te dragen aan deze impact? 
  • Hoe zal de doelgroep de tastbare aspecten als vaardigheden, gedrag, samenwerking als gevolg van het project inzetten om de gewenste veranderingen te realiseren? 
  • Wanneer wordt je project een succes? Formuleer dit zo SMART mogelijk. 
  • Heb je nagedacht over de effectiviteit en rechtvaardigheid van je interventie?

AANVRAAGFORMULIER

De informatie die je hier verzamelt kan interessant zijn voor de volgende delen van het aanvraagformulier.

  • Waarom wil je dit project uitvoeren?
  • Wat zijn de doelstellingen?
  • Hoe verbinden jouw doelstellingen zich met het programma Erasmus+ en de specifieke actielijn?
  • Welke problemen en behoeften probeer je aan te pakken met dit project?
  • Hoe heb je jouw projectpartners uitgekozen?
  • Welke ervaringen en competenties dragen bij aan dit project?

OPDRACHT

Vul nu zelf het schema voor jouw project in.
 

OUTPUT  = wordt gerealiseerd onder volledige controle van het project

Welke concrete opbrengsten zijn nodig?

Concrete resultaten, zoals:

  • Getrainde professionals/vrijwilligers
  • Getrainde leerlingen/studenten/jongeren
  • Jongeren/professionals met internationale ervaring
  • E-tools/toolkits
  • Publicaties/intellectual outputs
  • Beleidsdocumenten/onderzoeksresultaten
  • Online platforms

 

Kijk naar de bovenstaande ‘droom’ (gewenste impact) en de outcomes (verwachte impact) die je zojuist hebt omschreven. Outcome wordt bereikt als de doelgroep van jouw project zelfstandig een structurele verandering laat zien in werkwijze, houding of gedrag. Vaak is hiervoor een tastbaar resultaat nodig dat door de doelgroep gebruikt wordt om de outcome tot stand te brengen. Deze tastbare en concrete projectresultaten noemen we output, of soms ook wel deliverable.

Het creëren van een goede output vraagt veel afstemming en communicatie tussen de projectpartners. Het project iExpress Myself van Koninklijke Visio is een goed voorbeeld van dit proces.  

REFLECTIEVRAGEN

  • Welke concrete resultaten ga je realiseren?
  • Waarom heb je voor deze resultaten gekozen?
  • Hoe weet je dat de doelgroep deze resultaten gaat gebruiken? 
  • Heb je alle tastbare resultaten opgenomen die nodig zijn om de outcomes (beoogde uitkomsten) te realiseren? 
  • Wat ga je doen om deze outputs te verspreiden, zodat deze voor meerdere organisaties beschikbaar zijn?

Check: kloppen de antwoorden nog steeds met de antwoorden gegeven bij stap 1 en 2? Sluiten de antwoorden op de vragen aan bij impact en outcomes? Waarom?

AANVRAAGFORMULIER

De informatie die je hier verzamelt kan interessant zijn voor de volgende vragen in het aanvraagformulier:
Hoeveel deelnemers nemen jullie mee? Wat wordt er concreet opgeleverd?

 

OPDRACHT

Vul nu zelf het schema in.
DOWNLOAD HET INVULFORMULIER

ACTIVITEITEN  >  worden uitgevoerd door het project

Welke activiteiten zijn nodig?

Activiteiten, zoals:

  • Workshops
  • Trainingssessies
  • Discussiegroepen
  • Reflectie-activiteiten

 

Je hebt nu een aantal gewenste veranderingen bij je doelgroep, je eigen organisatie of eventueel buiten de eigen organisatie aangegeven. Hoe denk je deze tastbare resultaten te ontwikkelen met je project?

REFLECTIEVRAGEN

  • Welke activiteiten ga je daarvoor inzetten?
  • Wat betekent dit voor de inrichting van je project?
  • Heb je speciale activiteiten nodig voor  begeleiding/mentoring?
  • Beschikt je organisatie over de juiste vaardigheden en expertise om deze activiteiten succesvol uit te voeren, of moet je projectpartners hiervoor aantrekken? 
  • Is capaciteitsopbouw voor medewerkers binnen dit project ingebed in het HR-beleid van je organisatie? 
  • Heb je rekening gehouden met de efficiëntie van je activiteiten? (bv. groepsgrootte, wijze van instructie of interface) 
  • Weet je zeker dat deze activiteiten de gewenste resultaten zullen opleveren? 
  • Kunnen deze activiteiten worden uitgevoerd met subsidie van Erasmus+? Zo niet, zijn er alternatieve financieringsbronnen/ middelen beschikbaar?

Check: Kloppen de antwoorden nog steeds met de antwoorden gegeven bij stap 1, 2 en 3? Sluiten de activiteiten aan bij de antwoorden op de vragen bij impact, outcomes en output? Kan dit onderbouwd worden? Op basis van ervaringen of onderzoek?

AANVRAAGFORMULIER

De informatie die je tot nu toe hebt verzameld kan interessant zijn voor de volgende delen van het aanvraagformulier.

  • Maak een chronologisch overzicht  van de belangrijkste activiteiten die je van plan bent te organiseren.
  • Beschrijf voor elke activiteit de achtergrond en behoeften van de deelnemers en hoe deze deelnemers geselecteerd worden.
  • Leg de context en doelstellingen uit van de activiteiten die je van plan bent en op welke manier ze voldoen aan de doelstellingen van het project.
  • Welke leerresultaten of competenties moeten de deelnemers bij de betreffende activiteit verwerven/verbeteren?

OPDRACHT

Vul het schema in voor je eigen project.
 

INPUT  …  wordt door het project gemanaged

Binnen een project kun je alleen middelen inzetten om activiteiten uit te voeren. De resultaten op outcome en impact niveau zijn afhankelijk van wat de doelgroep met de output van een activiteit doet. Outcomes kunnen dus niet rechtstreeks gefinancierd worden. Om te zorgen dat je alle activiteiten goed uit kan voeren, en dus uiteindelijk impact bereikt, is zijn middelen nodig. Het is dus van belang om goed overzicht te hebben op benodigde middelen.

Middelen zijn bijvoorbeeld:

  • Tijd (medewerkers)
  • Financiën
  • Materialen
  • Diensten

 

Kijk naar het activiteitenplan. Om dit in gang te kunnen zetten is er input nodig.

  • Heb je een goed overzicht van alle activiteiten die nodig zijn om output te genereren?
  • Welke middelen zet je in om je activiteiten, uit te voeren en zo output te kunnen realiseren?
  • Is het realistisch om te verwachten dat je met deze input de geplande activiteiten kunt uitvoeren?
  • Zijn deze middelen beschikbaar bij Erasmus+, of kan de organisatie middelen bijdragen (denk bijvoorbeeld aan ondersteunende staf)
  • Gebruikt het project de middelen in overeenstemming met het programma Erasmus+? (zie voorwaarden in de programme guide)  
  • Heb je de efficiëntie en de effectiviteit  van het inputgebruik getoetst?
  • Worden middelen duurzaam ingezet (zowel milieu-effecten als duurzame ondersteuning)?

Check: Kloppen de antwoorden nog steeds met de antwoorden gegeven bij stap 1, 2, 3 en 4? Sluiten de antwoorden op de vragen aan bij activities, output, outcomes en impact? Waarom?

VOORBEELD

Voorbeeldschool of -organisatie X

“De coördinator van het project wordt 1 dag per week vrij geroosterd om dit project in goede banen te leiden. Daarnaast wordt er € 35.000 aan subsidiegeld in dit project geïnvesteerd. De subsidie wordt gebruikt om kosten van materialen, reizen, overnachtingen opleiding en communicatie te dekken."

OPDRACHT

Vul het schema in voor je eigen project. Beschrijf voor de doelgroep (staf, leerlingen, cursisten, vrijwilligers, organisaties) de volgende items:

  • Outcomes in termen van verandering in kennis, vaardigheden, gedrag, praktijk enzovoort.
  • Concrete resultaten (output) om dit te bereiken.
  • De activiteiten die je hiervoor moet inzetten.
  • De middelen die je hiervoor inzet (input).

DOWNLOAD HET INVULFORMULIER

CHECK IMPACTTOOL 1/2

Aanvraagformulier Doorverwijzing Voorbeeld Opdracht

Tijdens je project zul je bijhouden of je al je activiteiten wel goed en tijdig uitvoert. Leiden je activiteiten tot output? Dit is onderdeel van je projectmanagement.
(Doen we het goed?)

Eigenlijk wil je ook weten of je project leidt tot de veranderingen/effecten die jij had beschreven. Dus: leidt je output tot outcomes?
(Doen we het juiste?)

Dat lijkt lastig want die spelen zich af na je project of buiten je directe invloedssfeer. Toch kan het wel. Het werkt het best als je vooraf bedenkt wat er zal gebeuren en daar outcome indicatoren bij bedenkt.

Kijk naar de outcomes.

  • Welke indicatoren kun je formuleren bij de verwachte veranderingen? Maak het SMART: specifiek, meetbaar, acceptabel, relevant en tijdsgebonden.
  • Welke informatie (kwalitatief en kwantitatief) heb je daarvoor nodig?
  • Waar kun je informatie vinden die ons gaat helpen om te zien of we op de goede weg zijn?

Waarom zou je dit doen?

  1. Het geeft je vaak mooie verhalen voor de mensen en organisaties die bij je project betrokken zijn.
  2. Het geeft je de kans je activiteiten nog bij te stellen om te zorgen dat je project meer effect heeft.

 

Aanvraagformulier

De informatie die je hier verzamelt kan interessant zijn voor de volgende delen van het aanvraagformulier:

Monitoring/Evaluation

Project management

Doorverwijzing

Gedurende deze fase analyseer je het activiteitenschema en bepaal je welke input tegen welke kosten nodig zijn. Er zijn verschillende hulpmiddelen die je helpen bij het bepalen van de benodigde middelen voor jouw project:

Voorbeeld

Outcome Outcome indicator(en) Hoe ga je meten? Wanneer ga je het meten?

Leerlingen: door versterkte lessen worden de leerlingen dieper ingeleid in de lesstof. Dit zorgt voor verbeterde eindresultaten in een uitdagendere leeromgeving. Daarnaast verbetert hun internationale oriëntatie.

  • Minimaal B2 niveau Engels, voor zowel schrijven/ spreken/luisteren/lezen.
  • Observaties in de klas.
  • Toetsing.
  • Wekelijkse observaties.
  • Enquête vóór en 1 maand na lescyclus.
Docenten: de docenten zullen vanwege de onderdompeling het Engels hun taalvaardigheid verbeteren waardoor ze met meer zelfvertrouwen en verdieping de lessen kunnen geven. Daarnaast verrijken zij hun lesstofaanbod door te leren van andere docenten en schoolsystemen.
  • Minimaal C1 niveau Engels, voor zowel schrijven/spreken/ luisteren/lezen.
    Lokale schijf gevuld met lesideëen van {{{{}}}}}}}.
  • Peer-feedback.
  • Observaties in de klas.
  • Lesbezoeken (assessmentformulier).
Tijdens overleggen in bouw-vergaderingen, maandelijkse klassenbezoeken. Resultaten bespreken tijdens klankbordgroep- vergaderingen. Schoolorganisatie: De school zal groeien in haar internationale oriëntatie vooral door de nieuwe contacten met de Engelse scholen, het internationale netwerk groeit. Zo ontstaat er een vernieuwende dimensie in het scholingsaanbod waarmee de school zich kan profileren naar basisscholen, ouders en inspectie. TTO-visitatie: binnenhalen van TTO-certificaat
  • Evaluatie schoolbeleidsplan TTO.
  • TTO-visitatie.
Jaarlijkse evaluatie schoolbeleidsplan

Indicator(en)
Outcome indicatoren beogen te meten wat je wilt meten. Dus niet het aantal ontmoetingen maar het effect ervan.

Hoe ga je het meten?
Analyseren van verslagen, focus groepinterviews, semi-gestructureerde interviews, individuele evaluatie (enquêtetools, e.g.), observaties, story-telling.


Opdracht

Vul bovenstaand schema in voor jouw project.
DOWNLOAD HET INVULFORMULIER

Check Impacttool 2/2

Doorverwijzing Voorbeeld Opdracht

Vergroot de impact van je project door de juiste mensen en organisaties ‘mee te nemen’. Betrek mensen van binnen en buiten je organisatie. Vergroot de effecten van je project door ervoor te zorgen dat de juiste mensen ‘meewerken’ (je project ‘adverteren’, zich niet ‘bedreigd voelen, ‘van je willen leren’ enz.). Voor een deel merk je dit tijdens je project, maar door er van tevoren over na te denken kun je een en ander goed plannen.

Doorverwijzing

In deze fase kun je gebruik maken van tools als:

Voorbeeld

Wie is er betrokken bij mijn project en wie zou er betrokken moeten zijn bij mijn project? Welke rol spelen die? Welk boodschap wil ik hen meegeven? Hoe betrek ik die vanaf het begin? Andere docenten en directie binnen de school Deze groep docenten zijn van belang om draagvlak te creëren voor het project en de resultaten overtuigende over te brengen. Inzichten geven in de meerwaarde van het meedoen aan internationale projecten zodat zij ook gestimuleerd worden om gebruik te gaan maken van de nieuwe opgedane kennis, vaardigheden en gedragingen. Door het organiseren van studiebijeenkomsten. Andere docenten / directies buiten de school Zijn van belang voor verspreiding van de resultaten, delen van good practices. Inzichten geven in de meerwaarde van het meedoen aan internationale projecten zodat zij ook gestimuleerd worden om mee te doen en gebruik te maken van elkaars expertise. Organiseren van netwerkbijeen-komsten. Ouders Zijn belang voor het creëren van draagvlak voor het uitvoeren van het project. Profilering van de school door middel van internationalisering. Structurele aandacht voor TTO en Erasmus+ projecten in de nieuwsbrief / website. Nieuwe leerlingen Belangrijk voor toekomstbestendigheid van de school Belang van het spreken van meerdere talen en internationale oriëntatie voor toekomstperspectief op de arbeidsmarkt. Updaten van de website met nieuwsbericht voor, tijdens en na het Erasmus+ project ter profilering van de school. Werkgevers Belangrijk voor het aansluiten bij welke kennis, vaardigheden en attitudes nodig zijn voor de globaliserende arbeidsmarkt. De werknemers van de toekomst worden opgeleid met kennis, vaardigheden en attitudes die aansluiten bij een globaliserende arbeidsmarkt. Inzicht geven in de meerwaarde van internationale projecten. Betrekken bij netwerkbijeenkomsten, nieuwsberichten, presentaties. Bezoeken van bedrijven met leerlingen / docenten.

 

Opdracht

Vul bovenstaand schema in voor jouw project.
DOWNLOAD HET INVULFORMULIER